zondag 6 mei 2012

Algemene Informatie over de verlichting

De Verlichting
De verlichting begon rond 1630 en duurde tot aan de Franse Revolutie. In deze periode begon een culturele stroming van mensen in Europa. Ze hadden als doel het gebruik van de rede en het filosoferen. Tijdens de verlichting werd de wetenschap erg veel uitgebreid. Er was veel uitwisseling van hoe een mens hoorde te denken over bepaalde dingen. Tijden de verlichting werd het bijgeloof, misbruik van recht in kerk en staat, intolerantie bestreden. De mensen kwamen op voor zekere grondrechten.
De verlichting wordt gezien als een stroming binnen de Westerse beschaving. Door de komst van de Verlichting begonnen mensen erg anders te denken over de politiek, de wetenschap, de economie, de cultuur, de opvoeding en de religie in de Westerse wereld. Het gaf de aanleiding tot modernisering van de samenleving door middel van bepaalde aspecten. De betreffende aspecten zijn individualisering, emancipatie, feminisme, secularisering en globalisering. Het gelijkheidsbeginsel, de mensenrechten en de burgerrechten ontstonden door deze aspecten, het vrij denken, het liberalisme, het socialisme en het anarchisme(mensen willen zonder macht leven).

De encyclopédie was een typisch product van de verlichting. Dat kwam omdat er veel informatie en kritieken in stonden. De aanhangers van de verlichting vonden dat het rationele denken niet alleen moest worden toegepast in de wetenschap, maar in de maatschappij en op hoe de mens leeft. Het verlichte denken zou een eind maken aan de 'duistere tijd' van domheid, intolerantie, geloofsfanatisme (erg extreem zijn in het geloof) en onredelijke verschillen tussen mensen. Het rationalisme bracht licht in het leven. Rationalisme is een denksysteem dat zich baseert op kennis en zegt dat de kennis verantwoordelijk is voor de oorsprong van ideeën.

Belangrijke Begrippen binnen de verlichting
 Individualisering: dit is het proces waardoor mensen niet meer zichzelf tot groepen onderscheiden.  Je komt niet meer op voor een bepaalde groep waarin je bevindt, maar vooral voor je eigen rechten, je eigen denken.
Emancipatie: dit is het streven naar volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie.
Feminisme: dit is een stroming die de ongelijke verhoudingen tussen mannen en vrouwen bestrijd. Een stroming dat opkomt voor vrouwenrechten.

Secularisering: dit is jezelf richten tot de aarde, tot de wereld. Het niet meer kijken naar geloof en religie.

Globalisering: het proces waarbij wereldwijde economische, politieke en culturele integratie voortdurend groeit.


De verlichting heeft 2 kanten.
- De kritische zijde, deze neemt het geloof en onredelijkheid niet helemaal serieus en kijkt er tegen op.
 -De constructieve kant, deze zoekt kennis en nieuwe samenlevingsvormen met als idealen rechtvaardigheid en democratie.

De term verlichting

In de 18e eeuw begint "licht" een steeds belangrijkere rol te spelen. Hij krijgt namelijk associaties met rede, vrijheid en geluk. In Engeland wordt de verlichting Age of Reason genoemd, de periode van de rede, maar ook wordt deze periode met Enlightment aangegeven.
In Frankrijk werd de verlichting Lumière genoemd. Dat staat in deze periode voor inzicht, kennis en helderheid van de geest. Alleen het natuurlijke verstand kan de mens leiden naar het menselijke geluk en de perfectie van de wetenschap. In Frankrijk wordt deze periode ook wel siècle des philosophes genoemd, doordat er veel filosofen de filosofie van de verlichting volgden. Voorbeelden hiervan zijn: Voltaire, Montesquieu, Diderot en Rousseau. (voor meer informatie over Montesquieu en Rousseau zie: Verlichte Denkers). Ook in het Duits verwijst het begrip naar het belang van licht(Aufklärung).

De leus van de verlichting is: Mens, durf je verstand te gebruiken.

De verpreiding van de verlichte Ideeën

Hoe werden de verlichte ideeën verspreid?

Er waren 4 manieren om de ideeën van de verlichting te verspreiden:
-Academies en genootschappen
-Franse Salons
-Koffiehuizen
-Kranten en tijdschriften

Academies en Genootschappen
Een academie stelde wetenschappelijke doelen: wat universiteiten niet konden moest door de vrijwillige werkers van de academie worden bereikt. In Academies hielden mensen zich vooral bezig met natuurwetenschappen, taal, literatuur en geschiedenis. Genootschappen zijn groepen die zich met hetzelfde bezig houden en dit aan elkaar doorvertellen, zo werden dus de ideeën verspreid.
 

Franse Salons
Hier komen mensen bijeen zonder dat het geregeld is en praten dan over interessante onderwerpen, zoals verlichte Ideeën. De deelnemers hiervan zijn meestal intellectueel ingesteld, en kwamen uit de adel en burgerij. De gastvrouw was het middelpunt van zo'n salon.


                                                                                    Koffiehuizen
In ons land verschijnen ze rond 1700 voor het eerst koffiehuizen(tegenwoordig café's) Ze hadden dezelfde functie als de Salons, nieuwe boeken, ideeën, kranten en tijdschriften werden besproken. Het publiek bestond voornamelijk uit kooplieden, schrijvers, advocaten, regenten, journalisten en rijkeluiszoontjes. Vrouwen mochten er niet naar binnen. Het belangrijkste in een koffiehuis waren de besloten kamertjes waar aparte gezelschappen bij elkaar kwamen om te praten over vragen van de dag die betrekking hadden tot godsdienst en moralen. Politiek werd hier niet besproken.

Kranten, Boeken en tijdschriften
De ideeën van de verlichting werden vooral verspreid door de boekdrukkunst en artikelen. Deze waren alleen niet goed leesbaar voor de "normale mens". Alleen de mensen van het zelfde "niveau" als de verlichte denkers konden de teksten begrijpen. Later werden deze teksten wel "vertaald" naar de gebruikelijke taal van de gemiddelde mens waardoor iedereen de teksten kon begrijpen.

gedachtegangen: Voor, Tijdens en Na de verlichting

Voor de Verlichting: De Renaissance

Het mensbeeld: Tijdens de Renaissance ontstond er een wedergeboorte van de oude ideeën van de Griekse filosofen uit de Oudheid. De humanisten uit de Renaissance streden voor het individualisme: “Wij zijn niet alleen mensen, maar ook unieke individuen!” Het nieuwe ideaal werd de homo universale: de mens die actief is op alle gebieden van het leven, de kunst en de wetenschap. Het leven stond niet alleen in het teken van God. Alle gebieden van de samenleving bloeiden op: de kunst, de architectuur, de literatuur, de muziek, de filosofie en de wetenschap. Bekende humanisten: Leonardo da Vinci en Erasmus van Rotterdam.
Het beeld van Religie: De mens zag het leven op aarde niet alleen meer als een voorbereiding op het hiernamaals, de mens ging van het leven genieten. Belangrijk tijdens de Renaissance was het pantheïsme: God was in zijn schepping aanwezig.   De Renaissance bracht ook een nieuwe relatie tot God met zich mee. De persoonlijke relatie van het individu met God werd belangrijker dan een relatie met de kerk.  

Tijdens de verlichting
Mensbeeld:  De mens is goed van nature, de waarde van de mens is dat hij streeft naar geluk. De denkers streven naar een universeel moreel dat voor iedereen geldig is.

Het beeld van Religie: In de verlichting was er veel kritiek op de kerk, maar de meesten bleven wel Deïst, ze geloofden wel dat God de wereld had geschapen maar dat hij verder niet meer zou ingrijpen. Later in de verlichting moderniseert de religie zich, mensen zien religie niet meer als obstakel, maar het verliest wel zijn centrale plaats binnen de samenleving.
Na de Verlichting: De industriële Revolutie

Mensbeeld: Het mensbeeld was erg positief, als je de goede opvoeding had kwam je vanzelf in de heilstaat(Volmaakte Staat, Land van Belofte). De menselijke geest is heel kneedbaar en onder de juiste omstandigheden zou er een nieuwe mens kunnen ontstaan, zonder egoïsme. Uitbuiting, oorlog en onderdrukking zou dan niet meer kunnen bestaan. (deze gedachtegang maakt deel uit van het Marxisme dat op kwam in de Industriële Revolutie)

zondag 22 april 2012

Verlichte Denkers

 naam: Adam Smith
Leefde van: 5 juni 1723- 17 juli 1790    
 waar: Schotland
Hij was een filosoof en econoom die vooral bekend is als auteur van een onderzoek naar de aard en de oorzaken van de Wealth of Nations (1776), dit is een van de meest invloedrijke boeken ooit. Het boek ‘Wealth of Nations’ is een reflectie op de economie aan het begin van de Industriële Revolutie en stelt dat de vrije markt productiever en beter is voor de samenleving.
Adam Smith toonde aan dat het mercantilisme grote onzin was. Het mercantilisme hield in dat de welvaart van een land afhankelijk is van het aanbod van kapitaal in dat land en dat het globale volume van de internationale handel onveranderlijk is. Hij zei dat in een vrije uitwisseling iedereen beter af was. De koper zou winst maken, net als de verkoper.

naam: John Locke
Leefde Van: 29 augustus 1632- 28 oktober 1704
Waar: Engeland
John Locke is geboren in 1632 in Engeland. Hij vond dat we van een toestand van de natuur uit moesten gaan zonder overheid, politie of privé-eigendom. Dan kunnen mensen ontdekken dat er natuurwetten zijn en rechten van de mens en de arbeid. Uiteindelijk kunnen we dan een sociaal contract sluiten met anderen en uit dit contract komt onze politieke verplichtingen en de instelling van het privé-eigendom. Regeringen moeten de rechten van burgers garanderen (recht op vrijheid, leven en bezit). Regeringen moeten zich aan de wet houden en ze moeten gebaseerd zijn op een contract met hun burgers. Als ze zich daar niet aan houden, mogen de burgers in opstand komen.

Naam: Charles de Montesquieu
Leefde van: 18 januari 1689-10 Februari 1755 
Waar: Frankrijk
Zijn belangrijkste werk is: Over de geest van de wetten. Hierin keerde hij zich tegen de slavernij en schreef hij manieren op om een Tirannie te voorkomen. Het belangrijkste hoofdstuk(Over de Engels staatsinrichting) ging over de scheiding van de machten. De Rechterlijke, Wetgevende en Uitvoerende macht zouden gescheiden moeten worden. Deze 3 moesten elkaar gaan controleren zodat geen van drieën de bovenmacht zou krijgen. Dit geheel noemde hij de Trias Politica. Vele landen hebben hun grondwet gebaseerd op deze theorie.

Naam: Jean-Jaques Rousseau
Leefde van: 28 juni 1712-2 Juli 1778
Waar: Zwitserland en Frankrijk
Rousseau was op jonge leeftijd al erg ondeugend, en wilde ook liever de stad uit dan in de gevangenis. Eerst kwam hij bij een predikant terecht die hem mishandelde en toen kwam hij bij Madame de Warens, zij was zijn tutor. In 1743 vroeg zijn vriend Diderot aan hem, of hij mee wilde werken aan de encyclopédie, dit was zijn eerste activiteit als verlichte denker. Hij schreef hierin de artikelen die betrekking hadden tot de muziek. Hij werd pas bekend toen hij in 1750 een prijsvraag won bedacht door de Academie van Dijon. Hij stelde dat de kunst en wetenschap de bron waren van slavernij.  De huidige staat is volgens Rousseau een schepping van de machtigste personen, die puur en alleen handelen uit eigenbelang. Hij vond juist dat het hele gezamenlijke volk het staatsgezag moest hebben en daar ook het recht voor. En dit gaat helemaal tegen het absolutisme in.