Het mensbeeld: Tijdens de Renaissance ontstond er een wedergeboorte van de oude ideeën van de Griekse filosofen uit de Oudheid. De humanisten uit de Renaissance streden voor het individualisme: “Wij zijn niet alleen mensen, maar ook unieke individuen!” Het nieuwe ideaal werd de homo universale: de mens die actief is op alle gebieden van het leven, de kunst en de wetenschap. Het leven stond niet alleen in het teken van God. Alle gebieden van de samenleving bloeiden op: de kunst, de architectuur, de literatuur, de muziek, de filosofie en de wetenschap. Bekende humanisten: Leonardo da Vinci en Erasmus van Rotterdam.
Tijdens de verlichting
Mensbeeld: De mens is goed van nature, de waarde van de mens is dat hij streeft naar geluk. De denkers streven naar een universeel moreel dat voor iedereen geldig is.
Het beeld van Religie: In de verlichting was er veel kritiek op de kerk, maar de meesten bleven wel Deïst, ze geloofden wel dat God de wereld had geschapen maar dat hij verder niet meer zou ingrijpen. Later in de verlichting moderniseert de religie zich, mensen zien religie niet meer als obstakel, maar het verliest wel zijn centrale plaats binnen de samenleving.
Mensbeeld: Het mensbeeld was erg positief, als je de goede opvoeding had kwam je vanzelf in de heilstaat(Volmaakte Staat, Land van Belofte). De menselijke geest is heel kneedbaar en onder de juiste omstandigheden zou er een nieuwe mens kunnen ontstaan, zonder egoïsme. Uitbuiting, oorlog en onderdrukking zou dan niet meer kunnen bestaan. (deze gedachtegang maakt deel uit van het Marxisme dat op kwam in de Industriële Revolutie)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten